Nieuws! Column Science Koken met Tippies Chill Koop hier Online uw CannaBistro producten! Contact
Korpschefs hebben geen ruggengraat

WOERDEN - Twee spotprenten sieren het kantoor. Balkenende en voormalig minister Remkes van Binnenlandse Zaken worden met de grond gelijk gemaakt.
De tekeningen tonen hoe voorzitter Hans van Duijn (vrijdag 60) van politievakbond NPB denkt over de politiek. Bewindslieden hebben nooit iets begrepen van het politiewerk, zo stelt hij. ,,Ze kennen het werk niet, weten niet wat agenten meemaken.''

Volgende maand neemt het boegbeeld van de NPB afscheid. Na vijftien jaar voorzitterschap en een carrière van ruim veertig jaar gaat hij met pensioen. Een periode waarin hij tal van ministers zag komen en gaan. Dieptepunt noemt hij Remkes ( een slapjanus ), enig lichtpuntje Ien Dales ( zij snapte het wel ).

Ministers waren nooit Van Duijns grootste vrienden, maar van de huidige minister Guusje ter Horst heeft hij helemaal geen hoge pet op. Begin dit jaar vocht hij een felle strijd met haar uit over de nieuwe cao. ,,Ze is onhandig.''

Toch neemt Van Duijn het ministers niet eens kwalijk als ze niets van het politiewerk af weten. ,,Je kunt mensen aan de buitenkant van de politieorganisatie niet verwijten dat ze iets niet weten. Natuurlijk kunnen ministers best eens een nachtje meedraaien, maar de vraag is of zij dan toevallig tegen het echte werk aanlopen,'' stelt hij.

Veel ernstiger vindt de geboren Rotterdammer de manier waarop korpschefs werken. ,,Een minister wordt gevoed door korpschefs. Zij zouden moeten weten wat er leeft onder agenten. Alleen doen korpschefs er niets aan of interesseert het ze niet. Ze zijn niet of nauwelijks nog bezig met het echte politiewerk. Alleen maar bezig met statistieken, economie of publiciteit. Ze komen amper nog op de werkvloer.''

Van Duijn lijkt zich plots bewust van zijn eigen felheid. ,,Hier en daar zie ik een uitzondering, maar dan nog zou het veel vaker moeten gebeuren. Minstens één of twee keer per maand. Onaangekondigd.''

Om vervolgens weer flink van leer te trekken. Korpschefs hebben geen ruggengraat meer. Ze durven niks meer te zeggen over maatschappelijk thema's, willen zo stil mogelijk opereren. Als iemand wat roept, dan is het een incident. Bovendien neemt de Raad van Hoofdcommissarissen het vaak niet over om er bij de politiek op door te gaan.''

'Dag en nacht verschil' met de jaren '80 en begin jaren '90, zo stelt Van Duijn. ,,Toen had je mensen als Nordholt, Straver en Wiarda. Zij kregen veel stront over zich heen, maar staken wel hun nek uit. Met hun rapport Politie in verandering wilden ze de politie dichter bij de burger brengen. Niet meer dat wij-zij denken.''

,,Helaas zie je tegenwoordig dat er weer flink wordt beknibbeld op de handelingsvrijheid van de agent. Zo zijn ze bijvoorbeeld minder vrij om zelf te kiezen tussen een waarschuwing of bekeuring. Er wordt niet gekeken naar je inzet en het effect daarvan. Alles lijkt weer te worden gestuurd.''

Het fanatisme van Van Duijn is misschien niet wat je verwacht van iemand die er volgende maand mee stopt. Na een loopbaan van meer dan veertig jaar, die begon bij de rivierpolitie in Rotterdam en hem via het ministerie van Binnenlandse Zaken en de politie Amsterdam voor een tweede maal bij de NPB bracht, gaat hij naar eigen zeggen genieten. Van zijn kinderen en kleinkinderen, maar ook door volop te sporten, lezen en reizen.

Toch heeft Van Duijn nog geen zin in louter vriendelijke praatjes. Wellicht is het daarvoor ook al te laat. In het verleden joeg hij met zijn uitgesproken mening meer dan eens personen tegen zich in het harnas. Zoals de eerder gememoreerde korpschef Eric Nordholt, voormalig korpschef van Amsterdam. De twee kregen knallende ruzie na uitlatingen van Van Duijn over de opheffing van het interregionale rechercheteam (IRT) Noord-Holland/Utrecht in 1994.

Tussen de twee kwam het nooit meer goed. ,,Hij heeft veel betekend voor de politie, maar is zich een ongekroonde keizer gaan voelen. We hebben een haat-liefdeverhouding.'' Van spijt is bij Van Duijn geen sprake. ,,Ik heb ongetwijfeld in mijn vijftien jaar als voorzitter de plank wel eens misgeslagen.'' Hij spreidt zijn armen als wordt gevraagd naar voorbeelden. ,,Ik zou het niet kunnen zeggen,'' verzucht hij.

Van Duijn wordt 20 mei opgevolgd door Han Busker. Voor hem ziet Van Duijn voldoende uitdagingen. Zoals de diversiteit bij de politie. ,,Ik ben er niet in geslaagd dat voor elkaar te krijgen. Al in 1975 wilden we dat er begin jaren '90 25 procent vrouwen in de uitvoerende dienst zou zitten. Dat getal is nog steeds niet gehaald.

,,Met het aantrekken van allochtonen gaat het ook buitengewoon moeizaam. Begin jaren '90 was er al een project om duizend allochtonen aan te trekken, maar daar is verder niets mee gedaan. We hadden allang verkleurd kunnen zijn. Had verdomd handig geweest kunnen zijn bij situaties als in Slotervaart.''
Bron: AD/UN Door NIELS DEKKER

ICTinhetMKB - Esser Digital Creations - Niet Piekeren - CannaBistro - De Steeg BV